Skip to main content

“Je deelt dezelfde levensovertuiging”

“Het contact met de cliënten en de afwisseling, dat vinden we allebei ontzettend leuk.” Aan de keukentafel van een grote boerderij in Putten zitten Driesje (50) en Desiree (24) van Deuveren. Moeder en dochter vertellen openhartig over hun werk in de huishoudelijke ondersteuning bij RST Zorgverleners en over het belang van identiteitsgebonden zorg.

Desiree werkt al zeven jaar bij de reformatorische thuis- en kraamzorgorganisatie. Ze kwam binnen als zeventienjarige vakantiekracht en is niet meer weggegaan. Wel heeft ze haar werkzame periode vanwege ziekte tijdelijk moeten onderbreken. “Toen werd ik gevraagd om een aantal van haar uren op te vangen. Dat heb ik gedaan en inmiddels mag ik mezelf al ruim vijf jaar RST’er noemen”, zegt Driesje.

Gelijkgestemden
Als huishoudelijk medewerker heb je een solistisch beroep. “Vergeleken met zorgverleners in de verpleging en verzorging, hebben wij minder vaak contact met onze collega’s. Maar als we elkaar zien of spreken, is het wel heel fijn om niet alleen dingen op werkgebied, maar ook op privégebied met gelijkgestemde collega’s te kunnen delen”, vertelt Desiree.

Op de vraag waar zij en haar moeder de meeste voldoening uithalen in hun werk, is Desiree duidelijk: “Mensen blij en tevreden achterlaten in een schoon en leefbaar huis. Driesje vult aan: “En daarnaast de waardering die je krijgt voor de ondersteuning in het huishouden.”

Gedeelde identiteit
Ondanks dat Driesje niet bewust heeft gekozen om bij een reformatorische organisatie aan de slag te gaan, ervaart ze wel de meerwaarde die dat heeft. “Met mensen uit onze achterban heb je vaak toch wel diepgaandere gesprekken. Ik had bijvoorbeeld een cliëntenechtpaar waarvan de vrouw ziek werd en overleed. Na die tijd heb ik met haar man diverse keren gesproken over de rouwdienst, over de tekst op de rouwkaart (‘Niets kan ons scheiden van de liefde van Christus.’) en over het vertrouwen op de Heere. Het is heel fijn als je dat soort dingen met elkaar kunt delen, omdat je dezelfde levensovertuiging hebt.” Desiree herkent dat. “Mijn gedachten gaan gelijk terug naar de cliënt in Nijkerk die ik een aantal jaren geleden ondersteunde bij het huishouden. Die kroop op een gegeven moment achter zijn orgel om samen een aantal Psalmen te zingen. Dat vond hij belangrijker dan het werk waar ik mee bezig was”, vertelt ze lachend.

Geloof uitdragen
Toch komen moeder en dochter ook bij cliënten over de vloer die geen kerkelijke achtergrond hebben. Driesje: “Soms wordt dat door de gemeente bepaald, maar soms kiezen mensen bewust voor zorg van een identiteitsgebonden organisatie, omdat die zorgverleners bekend staan als harde en gestructureerde werkers.” En ook dan gaan de gesprekken wel eens over het geloof. “Laatst was ik bij een cliënt die vroeg waarom vrouwen hoedjes op hebben als ze naar de kerk gaan. Ik heb haar dat toen uitgelegd. Niet om te evangeliseren, maar om zo een stukje van ons geloof uit te dragen naar anderen.”

Behoud van identiteitsgebonden zorg
Zowel Driesje als Desiree vinden het belangrijk dat identiteitsgebonden zorg behouden blijft. Driesje: “Ik ben bijna 51, maar als ik kijk naar de toekomst en naar mijn ouders, dan moet ik er niet aan denken dat er straks geen zorg meer is die aansluit bij onze eigen levensovertuiging. Dat scenario moeten we voorkomen, zodat mensen die zorg of ondersteuning nodig hebben kunnen blijven rekenen op zorgorganisaties en zorgverleners die dezelfde identiteit hebben en dezelfde taal spreken.”

Tegelijkertijd ziet de Puttense ook dat in sommige gevallen nog te veel wordt geleund op de formele zorg, oftewel de zorg die wordt geboden door professionals. “Maar zeker met de uitdagingen waar we nu voor staan, is samenwerking met het sociale netwerk van cliënten onmisbaar. Alleen op die manier kunnen we onze zorg, in het bijzonder de identiteitsgebonden zorg, behouden”, besluit Driesje.