Erna Beltman (59) was mantelzorger voor haar schoonmoeder die in woonzorgcentrum Maranatha in Rijssen woonde. Nadat haar schoonmoeder overleed, is ze mantelzorger gebleven voor de andere bewoners.
‘’Voordat mijn schoonmoeder naar Maranatha verhuisde, woonde ze bij ons op de rij. Ze had zelf vijf zonen. Ik had een goede band met haar en kwam vaak over de vloer om haar te helpen met alles wat haar zelf niet meer lukte. Toen was ik dus al mantelzorger. Op een gegeven moment ging het echt niet meer thuis vanwege haar dementie. Toen kon ze gelukkig terecht in Maranatha. We hebben niet gekeken naar andere verzorgingshuizen. Mijn schoonmoeder was reformatorisch en daarom was Maranatha de meest voor de hand liggende keuze. Daar hoefde niet eens over gesproken te worden.
Het is een voorrecht dat er nog verzorgingshuizen zijn waar identiteitsgebonden zorg wordt geboden. Het is vertrouwd voor de bewoners. Bidden, bijbellezen, samen zingen; je ziet dat het herkenbaar voor ze is. Ze kennen alle psalmen uit hun hoofd. Dat onthouden ze wel, terwijl ze zoveel andere dingen vergeten. Dan zie je wat echt belangrijk is. Ik weet niet wat er zou gebeuren als je dat stukje ook nog weg zou halen. Ze moeten al zoveel uit hun oude omgeving achterlaten.’’
Koffie drinken en spelletjes
Erna is mantelzorger gebleven toen haar schoonmoeder in Maranatha woonde. ‘’Samen met mijn schoonzussen en zwagers zorgden we al voor haar toen ze nog thuis woonde, dus waarom zouden we daar nu mee stoppen? Als ik langsging, nam ik haar samen met de andere bewoners mee naar het Dorpshuis. Zo hebben de bewoners een leuke onderbreking van hun dag. We dronken samen koffie en deden gezellig wat spelletjes.’’
Waken
Met haar schoonmoeder ging het best snel achteruit. ‘’Toen het op een gegeven moment heel slecht ging, zijn we gaan waken. We hebben veertien dagen dag en nacht bij haar gewaakt. Dat was een waardevolle tijd. Als je zo vaak in Maranatha bent, zie je wat de medewerkers allemaal doen voor de bewoners. Ik heb in die tijd zoveel respect gekregen voor die meiden. De zorg is echt perfect!’’
Nadat mijn schoonmoeder overleed, ben ik mantelzorger gebleven voor de andere bewoners. Ik zag namelijk hoe fijn ze het vonden om even van de afdeling te zijn. De eerste keer nadat mijn schoonmoeder was overleden, was het wel even slikken hoor. Dat is moeilijk om te zien dat ze er dan niet meer bij is. Maar ik ben blij dat ik het ben blijven doen.’’
Toekomst
De rol van mantelzorgers in de toekomst wordt steeds belangrijker. ‘’In de tijd dat we bij m’n schoonmoeder waakten, zie je hoe druk de medewerkers het hebben. Het is fijn als er mantelzorgers zijn die meehelpen waar dat kan. Door de bewoners even mee te nemen, help je hen én de medewerkers. Ik hoop echt dat steeds meer mantelzorgers zich in gaan zetten om de zorg te ondersteunen! Ook de vrijwilligers zijn zo belangrijk. Koffie schenken, dat soort dingen. Het scheelt zoveel dat de medewerkers daar niet meer naar om hoeven kijken. Je kan al heel snel wat betekenen.’’