Meneer Van Dijk (82) woont nu bijna een jaar in verpleeghuis Salem in Ridderkerk. Hier krijgt hij zorg in een beschermde woongroep voor ouderen met dementie. Zijn vrouw, met wie hij bijna zestig jaar getrouwd is, komt bijna elke dag op bezoek. Dat voelt vertrouwd.
Meneer Van Dijk (82) woont nu bijna een jaar in verpleeghuis Salem in Ridderkerk. Hier krijgt hij zorg in een beschermde woongroep voor ouderen met dementie. Zijn vrouw, met wie hij bijna zestig jaar getrouwd is, komt bijna elke dag op bezoek. Dat voelt vertrouwd.
Meneer Van Dijk heeft Lewy Body dementie. Door deze vorm van dementie kreeg hij thuis veel last van hallucinaties. Ook kreeg hij steeds meer lichamelijke klachten toe en viel hij snel. Zijn vrouw durfde hem nauwelijks meer alleen thuis te laten. De stap naar een verpleeghuis volgde. De keuze was voor mevrouw Van Dijk niet moeilijk: “Zelf heb ik in een niet-identiteitsgebonden verzorgingstehuis gewerkt. Daar miste ik de warme, liefdevolle zorg met échte aandacht voor de bewoner. Het zorgpersoneel in Salem neemt de tijd voor de bewoners, vanuit naastenliefde gedreven. Zo ging een van de zorgmedewerkers er laatst echt even voor zitten om met mijn man door een oud fotoalbum te bladeren. Dat deed hem goed.” Meneer luistert, ondanks zijn slechte gehoor, aandachtig met zijn vrouw mee en knikt instemmend. “Die lui hier zijn erg aardig hoor; ze maken altijd even een babbeltje en springen constant bij. Ze verdienen van mij een dikke pluim.” Mevrouw Van Dijk geeft aan dat de hallucinaties minder zijn geworden sinds haar man in het verzorgingstehuis woont door gebruik van andere medicijnen. “De dagelijks structuur doet hem goed, hij wordt er rustig van”, legt ze uit.
Extra handje
Wat de zorg betreft, weet mevrouw Van Dijk – door haar zorgachtergrond – van de hoed en de rand. ‘Toen ik nog werkzaam was in de zorg, probeerde ik de kwaliteit van leven te bevorderen. Bijvoorbeeld door met de bewoners te zingen of spelletjes te spelen’, vertelt mevrouw Van Dijk. Ze is blij dat ze nog een beetje van haar zorgachtergrond kan meenemen en van betekenis kan zijn. Haar man waardeert haar trouwe bezoekjes. ‘We kunnen samen nog veel doen. Mijn vrouw neemt mij vaak mee naar de kinderen. Zij is veel mobieler dan ik.’
Net als thuis
Salem voelt als een warme deken, geeft mevrouw Van Dijk, voor wie het geloof heel belangrijk is, aan. Op zondag luistert ze graag met haar man op zijn kamer naar de kerkdienst. “En voor ik naar huis ga, lezen we samen uit een Bijbels dagboekje en een hoofdstuk uit de Bijbel. Je probeert, met vallen en opstaan, samen te leven vanuit het geloof.” Ze vervolgt: “De zorg wordt gekleurd door een gedeelde identiteit in de Heere Jezus. Ze lezen hier uit de Bijbel, bidden en zingen psalmen. Mijn man krijgt zorg vanuit eerbied voor het leven. Vanuit respect en naastenliefde. De zorg hier is geen routinewerk. Ik ben blij dat mijn man hier woont, dat hij op dezelfde voet als thuis verder kan, ondanks zijn dementie. Dat thuisgevoel is van zo’n wezenlijk belang.”
“De zorgmedewerkers zelf kunnen niemand bekeren”, benadrukt mevrouw Van Dijk. “Maar het is wel van belang dat ze bepaald worden door een geloof in de Heere God. Vooral met het oog op de eeuwigheid. De tijd dringt en de eeuwigheid wacht. De Heere heeft maar één woord nodig. Bij Hem zijn alle dingen mogelijk.”